In 2007 is er door Wim van der Geest een 1-op-100 model gemaakt van de Marieje. Hieronder volgt de uitleg om zelf na te maken.


Galjas Marieje

Inleiding

Het bouwen van een modelscheepje is niet een heel moeilijke klus. Iedereen die een beetje handig is en wat geduld heeft kan het. Ook het assortiment gereedschap en de benodigde materialen die nodig zijn, kunnen bij een klein model beperkt blijven. De kosten voor materialen kunnen zelfs erg laag zijn wanneer bijvoorbeeld afval materialen worden gebruikt. Ikzelf heb voor de bouw van dit model hout gebruikt van kleine groente kistjes. Dit soort kistjes is bijna altijd gratis te verkrijgen bij de groenteboer. Hij gooit ze toch meestal weg. Zoek in dat geval wel een droog kistje uit, met net hout, dus niet gebogen, zonder splinters, noesten en dergelijke. Ikzelf heb een kistje gevonden met triplex zijwanden van ongeveer 3 mm dikte. Dit hout heb ik gebruikt voor de spanten. De bodem was van hout van ongeveer 1,5 mm dikte. Dit heb ik gebruikt voor de dekken en de scheepswand. Een tweede kistje had zijwanden van hout met een dikte van ongeveer 2,5 mm. Dit heb ik gebruikt voor de kiel.

Demonteer de kistjes door de krammen met een schroevendraaier open te buigen en ze er met een tang uit te halen.

Let op! Lees eerst de gehele beschrijving door voordat je begint met bouwen. Je kent dan ongeveer de bouwvolgorde en komt niet voor verassingen te staan. Op sommige plaatsen staan Let op!?s en Tips met nuttige informatie.

Benodigde materialen en gereedschappen

Hieronder een (onvolledige) opsomming van de benodigde gereedschappen en materialen om het model te maken:

Gereedschappen:
Liniaal of geodriehoek, potlood en gum
Pritt stift of andere papierlijm
Figuurzaagbeugel met zaagjes (fijn)
Hobbymes
(Kleine) vijl
Stalen liniaal
Materialen:
Schoenendoos om alles in te bewaren
Dun hout (plaat, diverse diktes)
Lucifers
Verf
Modelbouwlijm (bv. Uhu Hart)
Saté prikkers (dun/kort en lang/dik)
Vervolg gereedschappen:
Knijpers, touwtjes, klemmetjes en dergelijke
Schuurpapier
(Kleine) kwastjes
Schilders plakband
Vervolg materialen:
Schuurpapier
Garen / dun touw
Dun doek ( van bv. een laken of zakdoek)

 

Aan het werk! De romp: kiel, spanten en dek

Wanneer het hout aanwezig is en de gereedschappen liggen klaar is de tijd aangebroken om aan het werk te gaan. Als eerste moeten de spanten en de kiel op het hout worden geplakt. Breng de lijm aan op het hout en plak de tekeningen er op.

Let op!
De nerf richting moet lopen zoals in de tekening staat aangegeven. Die is bij de spanten aangegeven en geldt ook voor de nerfrichting van de kiel.

Omdat ik niet weet hoe dik het hout is wat je gebruikt, kan ik ook niet opgeven hoe breed de sleuven moeten zijn die gemaakt moeten worden om de spanten en de kiel over elkaar te laten schuiven. Kijk in de tekening om te zien waar sleuven gemaakt moeten worden en hoe breed die moeten zijn.

Let op!
Zaag de sleuven voor de spanten E tot en met 4 aan de hekzijde van de getekende lijnen. Zaag de sleuven voor de spanten 5 tot en met 9 ½ aan de boegzijde van de getekende lijn.

De sleuven in de kiel moeten de breedte hebben van de houtdikte van de spanten.
De sleuven in de spanten moeten de breedte hebben van de houtdikte van de kiel.

Let op!
De breedte van de kiel is waarschijnlijk zo groot dat spanten E, A en 9½ in twee delen uit elkaar vallen. Deze delen moeten dan los tegen de kiel worden geplakt.

Zaag de spanten en de kiel uit.
Neem nu de waterlijnen en hartlijnen van de spanten over op het hout. Het papier mag nu van de spanten af. (Doe dit alleen wanneer het papier makkelijk te verwijderen is. Wanneer je te stevig plakkende lijm hebt gebruikt kun je het papier ook laten zitten.) Neem de lijnen ook over aan deze zijde. Doe hetzelfde bij de kiel.
Lijm de spanten met modelbouwlijm op de kiel. Let er op dat de spanten op de juiste hoogte komen te staan. De waterlijnen op de kiel en de spanten moeten op dezelfde hoogte zitten.
Om enige extra steun te krijgen kan in de hoeken tussen kiel en spant een lucifer worden gelijmd. Hierdoor is het lijmoppervlak groter en blijft de spant beter zitten.

Het geheel is nu erg slap. Om dat te verbeteren lijmen we dekken op de spanten.
Neem de breedtes van de spanten over op het hout. De nerfrichting van het hout is in de tekening aangegeven. Laat aan de zijde van het hoofddek een kleine rand oversteken. Dit wordt later de opstap van het hoofddek naar het achterdek. Dit dek wordt ook wel het kampanjedek genoemd. (Zie de tekening.) Verbind de punten met een vloeiende lijn. Dit wordt de lijn die de verschansing gaat volgen.

Let op!
De spiegel is recht. Teken een haakse lijn vanuit de kiellijn tot deze de verschansingslijn snijdt.
Zaag het dek uit volgens de zojuist getekende lijn.
Tip:
Zaag het dek ruim uit. Later wordt de juiste maat bepaald.

Neem voor het hoofddek de breedte van de overige spanten over op het hout. Laat het dek doorlopen tot de verhoging van het kampanjedek. Zaag het dek uit als hiervoor is beschreven.

Lijm de dekken op de spanten.

Om de huid goed op de spanten aan te laten sluiten moeten de spanten worden afgeschuind.

Vijl en/of schuur de spanten in de juiste vorm. Controleer met een dun strookje hout of de spanten voldoende zijn afgeschuind. Het hout moet een vloeiende lijn vormen en zonder knikken over de spanten lopen. Schuin de spanten af over de gehele lengte; van het dek tot de kiel. Laat de dekken dezelfde lijn volgen. Laat het hoofddek doorlopen tot over de boeg. (Er blijft dus een klein vlakje op de kiel over.)

Voordat we de huid op het schip kunnen maken, moeten we nog iets maken om de verschansing tegen aan te maken. We maken daarom verschansing stutten. We gebruiken hier lucifers voor.

Maak op de aangegeven plaatsen een inkeping in de rand van de dekken die zo groot is dat er precies een lucifer in past.

De laatste lucifer moet zowel in het vlak van de strook als van de spiegel staan. Hier komt de verschansing bij de spiegel tegen aan te steunen.

Let op!
De lucifers moet haaks op de waterlijn komen te staan, niet haaks op het dek.

Voor op het schip moet nu nog een klein stukje van de boeg worden aangebracht. Neem het hout waar de kiel van is gemaakt en zaag er een stukje van 4 x 4 mm van af. Lijm dit voor op het dek, in het verlengde van de boeg. Hier komt straks de boegspriet op te liggen.

De romp: bekleding

Nu is het tijd om de huid op het schip aan te brengen. Gebruik hiervoor het dunste hout van het groentekistje.

Tip!
Gebruik geen triplex. Dat laat zich niet goed buigen.

Snijd met een hobbymes smalle stroken (ca. 3 mm breed) van het hout. Maak de stroken in de nerfrichting van het hout. Gebruik de stalen liniaal om langs te snijden.

Snijd voldoende stroken. (Er zijn ongeveer 14 tot 15 stroken van 3 mm per kant nodig.)

Omdat het hout zich niet zo eenvoudig laat buigen, gaan we de stroken hout eerst laten weken.

Leg een aantal stroken hout in een bakje met water. Dompel de stroken geheel onder. Laat de stroken minimaal een aantal uren in het water liggen.

Tip!
Ik heb de stroken in een plastic frisdrankfles onder gedompeld. Stop de gesneden stroken in de fles en vul deze tot de rand toe met water. Door de dop op de fles te draaien worden alle stroken ondergedompeld. Maak de voorraad niet te groot.

Wanneer de stroken voldoende zijn geweekt, kunnen ze op maat gemaakt worden.

Laat de eerste strook van voor naar achter langs het hoofddek lopen en onder langs de knik bij het kampanjedek. Plaats de strook aan de voorzijde tegen de kiel. Laat de strook aan de achterzijde een stukje uitsteken. Dit wordt later op de juiste maat gemaakt.

Let op!
Werk altijd symmetrisch, dus wanneer links stroken aangebracht worden, moeten er rechts evenveel stroken worden aangebracht.

Plaats de stroken tegen de spanten en zet deze vast met schildersplakband, klemmetjes, touwtjes, knijpers en dergelijke. Laat de stroken drogen.

Wanneer de stroken droog zijn kunnen deze worden losgenomen van de spanten.
Plaats nu de lucifers in de uitsparingen van het hoofddek. De lucifers worden naderhand op de juiste lengte afgezaagd. De lucifers moeten minimaal 6 mm uitsteken.

Lijm de lucifers in het dek, zodanig dat ze tegen de strook aan liggen.

Lijm nu de stroken (zowel links als rechts) met modelbouwlijm tegen de spanten. Klem de stroken tot de lijm is gedroogd.

Let op!
De lucifers moet haaks op de waterlijn komen te staan, niet haaks op het dek.

Neem nu de volgende, reeds ingeweekte strook. Plaats deze boven de eerste, dus over de lucifers op het hoofddek en over de bovenste rand van het kampanjedek. Bij het hoofddek wordt dit de onderste plank van de verschansing.

Plaats de lucifers in de uitsparingen van het kampanjedek net zoals hiervoor is beschreven. De laatste lucifer moet zowel in het vlak van de strook als van de spiegel staan. Hier komt de verschansing bij de spiegel tegen aan te steunen.

Wanneer de nieuwe strook de vorige overlapt, moet de nieuwe strook worden afgeschuind tot deze goed past. Het uiteinde van de strook komt tegen het kleine blokje wat voor op het dek is gezet, in het verlengde van de kiel. Zet de strook vast en laat de strook goed drogen. Neem de strook na het drogen los en lijm de strook op de romp.

Neem nu weer een nieuwe strook en plaats deze boven op de zojuist geplaatste. Deze strook loopt nu geheel over de lucifers. Zet de strook vast, laat hem drogen en lijm de strook na het drogen aan de lucifers.

Herhaal het geheel, maar nu van de onderkant van de 1e strook in de richting van de kiel. Ga door tot de romp geheel is voorzien van stroken.

Maak zo nodig korte strookjes om niet passende delen op te vullen.

Wanneer de stroken te schuin moeten worden gesneden, is het ook mogelijk vanaf de kiel te beginnen en naar de verschansing toe te werken. Op een bepaald moment komen de beide delen bij elkaar en moet een passtuk worden gemaakt tussen beide al aanwezige stroken.

Aan de achterzijde van de romp steken nu nog de stroken uit. Zaag / snij de uitstekende delen af volgens de lijn op de kiel. (De kiel steekt dan nog een stukje uit.)

Maak van het dunste hout een aantal 3 mm brede stroken die precies tussen de kiel en de huid passen. De stroken moeten doorlopen tot de bovenkant van de verschansing. Laat de nerf horizontaal lopen. Lijm de stroken tussen de huid en de kiel.

Nu kunnen de uitstekende lucifers op lengte worden gemaakt.

Let op!
Een aantal lucifers steekt 3 mm boven de verschansing uit. Deze lucifers zijn op de tekening gemerkt.

Tip:
Het is het makkelijkst om de binnenzijde van de verschansing en de dekken te schilderen voordat de afwerkrand en de opbouw worden geplaatst. Je kunt er dan makkelijker bij.

De bovenzijde van de verschansing heeft een afwerkrand: het potdek. Neem de vorm voor het potdek over. Leg hiervoor de romp omgekeerd op een stukje papier en neem de buitenzijde van de romp over op het papier.

Trek aan de binnenzijde een parallelle lijn. De afstand tussen de lijnen moet de dikte van het hout plus de dikte van de lucifers zijn. Zaag het potdek uit en werk het netjes af.

Tip:
Het potdek is erg kwetsbaar. Lijm deze op een dunne strook karton voor wat extra stevigheid. Het karton moet dan wel aan de onderzijde van het potdek komen.

Schuur de buitenzijde van de romp voorzichtig vlak.

Tip!
Eventuele kieren in de romp kunnen worden gedicht door er een stukje hout in te plaatsen. Gebruik hiervoor taps geschuurde stroken. Druk die in de kier en schuur daarna de buitenzijde van de strook vlak met de huid.

Gebruik geen plamuur of kneedbaar hout. Dit is na het schilderen zichtbaar.

De romp: afwerking

De romp is dicht, maar nog niet klaar!

Er zijn nog een boel details waar aan gewerkt kan worden om de romp er nog beter uit te laten zien.

In ieder geval moet er nog een roer worden aangebracht. Ook de davits voor de bijboot mogen niet ontbreken. Deze onderdelen staan op de tekening.

Het mooiste is om de ?Marieje? ook te voorzien van een stuurrad. Laat je fantasie werken om een stuurrad te maken. Wanneer je meer details wilt aanbrengen kun je dat nu doen

Wanneer je dit voldoende vind, kun je de romp schilderen. Breng details na het schilderen aan.

De romp: meer details

Er kunnen veel details worden aangebracht op het scheepje. Alles wat je aan boord ziet, kun je in het klein namaken. Bedenk wel dat alles 100x zo klein is! De kleinste details zullen daarom wegvallen. Beperk je tot details die iets toevoegen aan het model omdat ze functioneel zijn, of omdat ze erg opvallen. (De boegspriet wordt apart besproken en valt daarom niet onder dit deel.)

Voorbeelden van onderdelen die kunnen worden toegevoegd zijn:

Pennenbanken, de opstaande rand boven op de verschansing bij de boeg, kluisgaten voor de ankers, de stootrand buitenom ter hoogte van het hoofddek, het bankje bij het stuurrad, de ankers, stootwillen, de witte krul op de spiegel. Ook de ankerlier voor op het dek en de pomp kunnen worden nagemaakt. Eventueel kunnen ze worden ingepakt in een stuk ?zeildoek? wat gemaakt wordt van een stukje doek (bijvoorbeeld van een oude paraplu.)

De opstaande rand op de boeg, de witte rand om de romp en de witte krul op de spiegel kunnen gemaakt worden van dun wit karton.

De romp: schilderwerk

In het algemeen is een model in hoogglans niet mooi. Gebruik zijdeglans of matte verf.

Schuur het houtwerk voor het schilderen niet te veel. Bij de ?Marieje? zijn alle planken goed zichtbaar. Bij het model mag de houtnerf dus zichtbaar blijven.

Het boven water deel van de romp is zwart, het onderwater deel is rood. Net boven het hoofddek loopt van voor naar achter een witte lijn.

De binnenzijde van de verschansing is wit, het dek is licht grijs. De opstap naar het kampanjedek is ?Marieje-groen?.

Het potdek op de verschansing is bruin. Ook de boven het potdek stekende lucifers zijn bruin.

Voor op de boeg is nog een kleine witte rand. De davits voor de bijboot zijn ook wit.

Let op!
Gum, voordat je gaat schilderen, alle potloodlijnen weg. Na het schilderen kan dat niet meer!

Tip:
De originele kleur ?Marieje-groen? is middengroen, MP300 van de Nelf Lakfabrieken uit Marrum. Je kunt proberen een beetje van de originele verf van de ?Marieje? te krijgen.

(Tip: Je kunt dit mooi combineren met een aanmelding voor het ?klusteam?.)

Een alternatief is de kleur te laten mengen in een bouwmarkt. Mogelijkheden zijn Flexa: L8.40.40 (strook 108L),Histor: S 4040-G ?Komiek? (strook 116) en Gamma: IG 092-C (strook 092). Deze kleuren zijn niet exact de juiste kleur. Bijkomend nadeel is dat je een ?grote? bus verf moet kopen. Voor dit model heb je maar ?een vingerhoedje? verf nodig.

Een ander alternatief is een ?tester? muurverf van de kleur ?Salon? van Flexa VT-Wonen te nemen. Ook dit is niet de juiste kleur; deze lijkt er op. Het voordeel is dat deze verf is te krijgen in een kleine tube. Let op! Dit is officieel muurverf. Het is dus geen echte verf voor hout.

Let op! Draai de gehele dop, inclusief spons, van de tube om de verf te kunnen gebruiken.

De opbouw

De opbouw bestaat uit 3 afzonderlijke delen.

De afmetingen staan op de tekening.

Omdat de ronding van het dek bij dit model is weggelaten, moet de bodem van de opbouw recht worden. In werkelijkheid loopt de onderzijde van de opbouw hol.

Let op!
De afmetingen zijn buitenmaten. Houd rekening met de dikte van het hout!

Op de opbouw zitten toegangsluiken, lichtkappen en luchtkokers. Op de tekening staan de posities en de afmetingen.

De luiken en lichtkappen kunnen gemaakt worden van een stukje hout van 3 mm dik. Maak de buitenzijde op maat en vijl of schuur de bovenzijde in de juiste vorm.

De luiken schuiven over latten naar achteren. Deze latten kun je maken van een smal strookje van het dunste hout. (Afmeting ca. 1 x 1 x 7 mm)

Op de achterste opbouw staat bij de ingang van de schippershut nog een kompas op het dek. Tegen de achterste opbouw staat nog de gaskist voor de gasflessen.

Op de voorste opbouw staan de 2 luchtkokers. De luchtkokers kunnen worden gemaakt van een dun satéstokje. Schuur de 2 einden van een stukje van het satéstokje rond. Maak daarna een klein vlak stukje. Schilder de beide einden van het satestokje ?Marieje-groen?. Maak het kleine vlakke stukje rood met bijvoorbeeld een stift.

Zaag nu de luchtkoker op de juiste lengte.

De opbouw: schilderwerk

De zijkanten van de opbouw zijn wit.

De luiken, de latten van de luiken en de lichtkappen zijn bruin.

De bovenzijdes van de opbouw hebben een bruine rand van 1,5 mm. Daartussen is het dek ?Marieje-groen?.

Bij de middelste opbouw loopt nog een bruine strook van 3 mm breed in het midden van voor naar achter. De lichtkap en het luik staan daar bovenop.

De gaskist is wit en heeft een bruin deksel. De luchtkokers zijn ?Marieje-groen?.

Boegspriet en masten

De boegspriet is opgebouwd uit twee delen. Het onderste deel, de boegspriet, zit in een vierkante paal op het dek, de samsonpost. De boegspriet loopt over de boeg naar voor.

Op de boegspriet ligt het tweede deel: de kluiverboom.

Tip!
Ikzelf heb voor de samsonpost een vierkante suikerspin stok genomen. Deze is ongeveer 4 x 4 mm dik. Voor de boegspriet en kluiverboom heb ik dunne satéprikkers gebruikt.

Voor de afmetingen / verhoudingen van de masten en zeilen heb ik gebruik gemaakt van foto?s, een afbeelding van het internet en het gegeven dat de grote mast 19 meter 20 boven de waterlijn steekt.

Afmetingen masten, gieken en gaffels:

(1) 159 mm (vanaf dek)
(2) 182 mm (vanaf dek)
(3) 50 mm
(4) 48 mm 
(5) 65 mm 
(6) 65 mm
(7) 32 mm
(8) 50 mm
(9) 80 mm

Tip:
Voor de masten heb ik dikke, lange satéprikkers gebruikt. Voor de gieken, de gaffels en de ra heb ik kortere, dunne satéprikkers gebruikt.

De tuigage

De tuigage van een zeilboot is opgebouwd uit de verstaging en het staande want.

De verstaging ondersteunt de masten in langsrichting. Daarbij vormen de stagen de ondersteuning van de mast naar voren en de bakstagen naar achteren.

De stagen lopen van de boeg naar de hoofdmast. Het voorstag neemt hierbij de meeste kracht op.

Tot de verstaging behoort ook de tuigage van de boegspriet, inclusief het waterstag die uit een ketting bestaat.

In de ideale situatie zou het bakstag van de grote mast recht naar achteren lopen, maar daar zit deze de zeilen in de weg. De bakstagen zijn daarom voorzien van een haak en worden aan de verschansing vastgezet. Het bakstag aan de lijzijde wordt losser gezet waardoor het zeil verder uit kan staat. Wanneer de zeilen over de andere boeg gevoerd moeten worden, wordt het bakstag over de nieuwe boeg losser gezet en het bakstag over de oude boeg wordt aangehaald. In het model wil dat niet, dus moet gekozen worden over welke boeg de zeilen gezet gaan worden.

Ook het voorstag van de bezaan kan niet recht naar voor lopen. Het grootzeil zit daar in de weg. Het voorstag van de bezaan is daarom ook naar de zijkant van het schip gevoerd en wordt op dezelfde manier gespannen en gelost als hiervoor is beschreven.

De stagen zijn aangegeven in de tekening.

Het staande want ondersteunt de masten in dwarsrichting. Het want is aan de romp bevestigd met stalen banden, de puttings. Aan de puttings zitten jufferblokken. De lijnen vanaf de mast eindigen ook bij jufferblokken. Tussen de jufferblokken lopen lijnen die de spanning op het want zetten. Om de mast zijn banden aangebracht met ogen. Aan deze ogen worden de stagen en het want bevestigd.

Net boven de bovenste jufferblokken van de hoofdmast is een spreidlat aangebracht.

Tussen de voorste 3 wanttouwen van de hoofdmast zijn weeflijnen aangebracht.

Het want van de bezaan bestaat uit 2 touwen aan weerszijden die niet met weeflijnen aan elkaar zijn verbonden.

De boegspriet is aan de romp bevestigd met een aantal stagen. Het waterstag is hiervoor al genoemd. Deze is uitgevoerd als een ketting en loopt van de waterlijn bij de boeg tot het einde van de onderste boegspriet.

De beide delen van de boegspriet zijn door middel van een beugel met elkaar verbonden. Deze beugel loopt door naar onderen. Dit is de stampstok. Van de punt van de kluiverboom loopt er een stag naar de onderzijde van de stampstok. Van hier uit lopen twee stagen naar weerszijden van de romp. Van de punt van de kluiverboom lopen er nog 2 stagen naar de romp. Deze lopen naar de bovenzijde van de verschansing.

Van het einde van de boegspriet lopen er 2 stagen naar het dek nivo aan de romp.

De verstaging en het staande want zijn zwart.

Tip:
Ikzelf heb voor het staande en lopende want hetzelfde touw gebruikt. Die touwen die zwart moesten worden heb ik met waterverf gekleurd.

Het lopende want

Het lopende want is de verzameling van alle bewegende lijnen. Dit zijn de lijnen aan de zeilen, maar ook de lijnen aan de gaffels.

Alle lijnen lopen van het zeil of de gaffel door een of meer blokken naar een van de pennenbanken.

(Omdat er in de tekening erg weinig ruimte is, zijn de lijnen van de vlieger, de kluivers en de fok niet naar de pennenbanken getekend.)

Ook de plaats van de pennenbanken kan onjuist aangegeven zijn in verband met de duidelijkheid van de tekening.

Tot slot zijn er nog de schoten tussen het einde van de gieken en de romp.

Omdat er in de tekening erg weinig plaats is om alle schoten een plaats te geven, zijn de schoten van de topzeilen en de ra weggelaten.

Alle schoten van het lopende want zijn crème kleurig.

De zeilen

De benamingen van de zeilen zijn van deze afbeelding overgenomen:
http://www.vaartips.nl/extra/galjas.htm

1. jager
2. kluiver
3. stagfok
4. grootzeil
5. grootgaffeltopzeil
6. bezaan
7. bezaansgaffeltopzeil

Daarnaast is de Marieje ook nog uitgerust met een ra aan de voorste mast. (8)

Maten van de zeilen (in mm):

 

  A B C D E F G
1 90 30 100
2 85 40 100
3 60 30 70
4       80 63 125 63
5       50 48 50 48
6       70 48 105 46
7       50 30 50 30
8       50 78 50 78

Let op!

De maten van de zeilen zijn bepaald aan de hand van mijn model. Het kan zijn dat het want en/of de stagen iets hoger of lager aan de masten staan. Daarmee worden de maten van de zeilen ook iets anders. Controleer de maten voordat je de zeilen gaat maken.

In deze schaal is het erg moeilijk om alle schoten naar de zeilen, gaffels en gieken te laten lopen. Neem alleen de belangrijkste schoten. Laat de overigen weg.

Tip:
De zeilen kunnen goed gemaakt worden van een (oude) zakdoek.

Knip de zeiltjes een halve centimeter rondom te groot uit en sla dit om. Lijm alle zoompjes aan dezelfde kant. Op deze manier kun je het model met de ?beste? kant naar voor zetten. Probeer eerst uit of de lijm geen vlekken maakt!

Op een aantal plaatsen is een schoot nodig die aan het zeil zit. Leg de schoot in de zoom en lijm deze hierin zoom vast.

De fok en kluivers hangen aan schoten die parallel lopen met de stagen. Je krijgt zo erg veel schoten. Eenvoudiger is de zeilen aan de stagen te lijmen. (Het zoompje om het stag leggen en aan de achterzijde tegen het zeil lijmen.)

De schoten naar de hoek van het zeil kunnen wel aangebracht worden. Zie ?C? in de figuur. Voor de fok is slechts een schoot nodig. De kluivers hebben er twee.

De overige zeilen kunnen aan de gieken gemaakt worden door de schoot, die in de zoom is gelijmd, met een lusje uit het zeil te laten steken. Leg dit lusje om de giek. Maak lussen ?A? en ?B? zo groot dat deze om de giek passen.

Lijm aan de bovenzijde een lijn in de zoom. Naai nu met dun garen het zeil aan de gaffel. De ingelijmde lijn kan dienen om de gaffel te hijsen. Laat deze aan beide zijden voldoende uitsteken.

De afwerking

Dit is het juiste moment om de opbouwdelen op het dek te lijmen. Ze kunnen nu niet meer beschadigen door andere werkzaamheden.

De zeilen kunnen nu op hun plaats in de masten gehangen worden. De schoten moeten nu naar de mast geleid worden. In het echt lopen de schoten via blokken naar de pennenbanken. De blokken zijn in deze schaal niet na te maken. Knoop daarom de schoten met dun garen aan de mast en laat deze naar beneden lopen.

Laat alle schoten bij de juiste pennenbanken bij elkaar komen en zet ze vast met een stukje garen.

Er zijn nu nog een aantal zaken niet genoemd.

Het net bij de boegspriet en de bijboot bijvoorbeeld. Deze kun je naar wens maken.

Als laatste noem ik nog een standaard waar het scheepje haar dagen op kan slijten. Hoewel ik het hier noem, is het nuttig de standaard te maken zodra de romp geschuurd is. Vanaf dat moment wil je niet meer dat de romp beschadigt.

Neem voor de standaard niet te dik hout. Omdat de standaard nogal wat te verduren krijgt is het nuttig deze te maken van bijvoorbeeld triplex.

Neem ter plaatse van de beide masten de romp over op een stukje karton.

Knip dit uit en controleer of de maat juist is. Pas zo nodig aan. Verbind beide delen met bijvoorbeeld saté stokjes. Werk de standaard naar eigen smaak af.

Let op!
Laat het schip zodanig op de standaard staan dat de waterlijn horizontaal loopt.

Om het model helemaal te beschermen tegen invloeden van buitenaf, kun je eventueel ook nog een stofkap maken van plastic of glas.

Tot slot

Deze handleiding moet niet gezien worden als een verhaal wat strikt opgevolgd dient te worden. Zie het als advies om een model van de Marieje te bouwen. Het gebruiken van andere materialen, het hanteren van andere volgordes en bewerkingen zullen ook leiden tot een model.

Meer informatie over de Marieje is te vinden op de website

www.marieje.nl

Dit project heb ik ongeveer in oktober 2006 gestart. Toen ben ik begonnen de tekeningen te bestuderen en te controleren. Aanvankelijk bestond het plan de Marieje in schaal 1 op 20 na te maken. Als model moest ze dan ook radiografisch worden bestuurd. Alle plannen zijn daarom in deze maat uitgewerkt. Om het geheel te controleren heb ik eerst een spantenplan in karton gemaakt. Daaruit bleek dat er onvolkomenheden in het spantenplan zaten. Deze heb ik aangepast.

Begin maart 2007 heb ik de Marieje bezocht op de werf in Zuidbroek. Na overleg met Tom Lantau is besloten door te gaan met de aangepaste spanten.

Leo Keijser meldde tijdens dat bezoek dat de Marieje in 2008 110 jaar oud zou worden en dan 25 jaar in Nederland zou zijn. Het zou misschien leuk zijn als dan een model klaar zou zijn?

Wel, een model maak je niet "even". Zeker niet in die schaal.

Toch liet het me niet los.

Ik heb besloten daarom eerst een model in schaal 1 op 100 te maken. Door dat te beschrijven kunnen ook andere belangstellenden een model maken van de Marieje. Die plannen zijn omgezet in realiteit met het resultaat wat thans voor je ligt.

Al met al heb ik circa 4 maanden gedaan over de bouw van de Marieje in schaal 1 op 100. Ik heb er niet dagelijks aan gewerkt. Ik heb niet bijgehouden hoe lang ik werkelijk aan het model heb gewerkt. In een grove schatting kom ik aan 80 tot 100 uur. Het schrijven van deze handleiding komt daar nog bij.

Tijdens het bouwen van dit model heb ik veel geleerd over de Marieje, wat mij helpt bij het bouwen van het model in schaal 1 op 20. Want dat plan is slechts in de ijskast gezet, ik ben het niet vergeten!

Wanneer je ook een model gaat maken vind ik het leuk om op de hoogte gehouden te worden door een berichtje of, leuker nog, door een foto.

Ik wil iedereen die dit model gaat maken veel plezier wensen bij het bouwen. Wellicht is dit de opstap naar het bouwen van nog een scheepsmodel en de start van een nieuwe hobby!

Uiteraard wil ik Leo Keijser en Tom Lantau, beiden van de Marieje Vereniging, hartelijk danken voor de informatie die ik van ze heb gekregen om dit model te kunnen maken.

Ook wil ik Hans Mirck bedanken voor de informatie over de juiste kleurnummers. Tevens een bedankje voor Odette Lunter. Van haar heb ik enkele heel bruikbare foto's van de tuigage gekregen. Als laatste een bedankje aan de Nelf Lakfabrieken uit Marrum voor de kleurstaal.

 

Wim van der Geest

Hengelo

Voorjaar 2007

Deze website maakt gebruik van cookies voor een optimale werking van de website.
Instellingen